house Holandés

4 traducciones
Traducción Contexto Audio
común
🇪🇸 Vijf mensen wonen in dat huis.
🇳🇱 Vijf mensen wonen in dat huis.
🇪🇸 Het huis is groot en mooi.
🇳🇱 Het huis is groot en mooi.
uso cotidiano
común
🇪🇸 Ze kocht een nieuwe woning.
🇳🇱 Ze kocht een nieuwe woning.
🇪🇸 De woningmarkt is erg druk tegenwoordig.
🇳🇱 De woningmarkt is erg druk tegenwoordig.
formal
formal
🇪🇸 De eigenaar verkocht het pand.
🇳🇱 De eigenaar verkocht het pand.
🇪🇸 Het pand bevindt zich in het centrum.
🇳🇱 Het pand bevindt zich in het centrum.
legal
informal
🇪🇸 We gingen kamperen in een hutje.
🇳🇱 We gingen kamperen in een hutje.
🇪🇸 Die oude hut staat al jaren leeg.
🇳🇱 Die oude hut staat al jaren leeg.
jerga