gozar Holandés

3 traducciones
Traducción Contexto Audio
común
🇪🇸 Ella goza de buena salud.
🇳🇱 Zij geniet van een goede gezondheid.
🇪🇸 Nos gusta gozar de las vacaciones.
🇳🇱 We vinden het leuk om van de vakantie te genieten.
uso cotidiano
formal
🇪🇸 Gozar de ciertos derechos es fundamental.
🇳🇱 Het hebben van bepaalde rechten is fundamenteel.
🇪🇸 La empresa goza de buena reputación.
🇳🇱 Het bedrijf heeft een goede reputatie.
formal
informal
🇪🇸 Ellos gozan mucho en las fiestas.
🇳🇱 Ze hebben veel plezier op de feesten.
🇪🇸 ¿Gozaste la película?
🇳🇱 Heb je plezier gehad van de film?
informal