임신하다 Holandés

4 traducciones
Traducción Contexto Audio
zwanger worden
común
🇪🇸 Ella está embarazada porque quedó embarazada el mes pasado.
🇳🇱 Zij is zwanger omdat ze vorige maand zwanger is geworden.
🇪🇸 ¿Cuándo planean quedar embarazadas?
🇳🇱 Wanneer zijn jullie van plan zwanger te worden?
uso cotidiano
in verwachting zijn
común
🇪🇸 La señora está en espera de un bebé.
🇳🇱 De mevrouw is in verwachting van een baby.
🇪🇸 Está en espera de su primer hijo.
🇳🇱 Zij is in verwachting van haar eerste kind.
formal
zwanger zijn
común
🇪🇸 Ella está embarazada de seis meses.
🇳🇱 Zij is zes maanden zwanger.
🇪🇸 Mi hermana está embarazada y muy feliz.
🇳🇱 Mijn zus is zwanger en erg blij.
uso cotidiano
bevallen van
técnico
🇪🇸 La paciente dará a luz pronto.
🇳🇱 De patiënte zal binnenkort bevallen van haar baby.
🇪🇸 Ella va a dar a luz en el hospital.
🇳🇱 Zij gaat in het ziekenhuis bevallen.
médico